De Integrale Yoga van Sri Aurobindo
HOOFDSTUK 1
Wat is yoga?
"Groter dan de asceten, groter dan de wijzen en groter dan zij, die zich toeleggen
op de werken, is de yogi. Word daarom, o Arjuna, een yogi."1
We
zouden, gezien deze opvatting van de Gita, zelf een indrukwekkende leer van een synthetische
yoga en - met de Veda's en de Oepanishaden - een deel van de hoogst gezaghebbende
triade van het oude Hindoeïsme, met recht kunnen concluderen, dat yoga
in het oude India als de kern van de spiritualiteit werd beschouwd. Andere
spirituele wegen en methoden zijn slechts benaderingen, voorbereidingen,
ondergeschikte hulpmiddelen tot zuivering en vooruitgang, maar de weg van
de yoga is de koninklijke weg, het snelst tot een resultaat leidende en meest revolutionaire
middel tot spirituele bewustwording. Als we de levens van de grootste oosterse
en westerse mystici bestuderen, zullen we zien, dat ze hun belangrijkste
en meest beslissende verwezenlijkingen verkregen hebben door yoga en niet
door alleen maar gevestigde methoden of routinepraktijken te volgen. Dit
wil niet zeggen dat geestelijke oefeningen en praktijken geen waarde hebben;
ze hebben hun onmisbare plaats en nut in het spirituele leven, en zonder deze zullen
we nooit van een duurzame vooruitgang verzekerd zijn. Maar om in staat te zijn een wezenlijke
verandering in het bewustzijn en het wezen tot stand te brengen moeten ze geïntegreerd
worden in de yoga en doordrongen van haar bezielende en veredelende
geest.
Maar wat is dan yoga? De etymologische
betekenis van het woord is vereniging, juk (Engels: yoke, Duits: joch, Latijn: jugum,
Sanskriet: yuj). Het betekent verbinding of vereniging
van het menselijk bewustzijn met iets hogers, iets bovenzinnelijks, iets dat
eeuwig en goddelijk is. De mens is in de onwetendheid
van zijn analytisch verstand, hoewel niet in de spirituele werkelijkheid, afgesneden
van zijn transcendente bron en steun. Hij beschouwt zichzelf als een afgescheiden
wezen temidden van talloze afgescheiden wezens en dingen, zijn leven als
iets, dat hem alleen persoonlijk aangaat, zijn gedachten en ideeën als zijn eigen mentale
scheppingen en bezit, en zijn successen en mislukkingen als het exclusieve resultaat
van zijn persoonlijke inspanning. Deze zelfafscheiding, waardoor het individu
uit de eenheid van het heelal en de eeuwigheid van het bovenzinnelijke losraakt,
vormt zijn wezenlijke onwetendheid, Adams val in het Paradijs; zolang hij volhardt in deze egoïstische afgescheidenheid
kan er geen sprake van zijn dat hij zijn eigen oneindige en onsterfelijke Zelf,
zijn spirituele kennis en vrijheid alsook de waarheid en eenheid van het universele bestaan terugvindt.
Al ontwikkelt zijn verstand zich nog zo sterk, het zal zichzelf ertoe veroordelen om eindeloos
en vruchteloos te blijven cirkelen rond de begeerten en verlangens van de
levensziel als het zijn grenzen niet verlegt en niet bewust op weg gaat naar het Oneindige.
Een filosofie, die voortkomt uit het pure intellect, is een abstractie of een misleidende
rechtvaardiging van de op de maatschappij gerichte instincten en neigingen
van de onwetende menselijke natuur. In het eerste geval heeft ze geen band met
het leven, in het laatste verdedigt ze het leven: ze pleit dan eerder voor het bestaande
en voorbije dan dat ze een gids naar de toekomst zou zijn. Haar humanisme is een povere verheerlijking
van het normale en gewone en haar pragmatisme en realisme, verbonden
met de materialistische wetenschap, een middel om het natuurlijke,
onveranderde menszijn in stand te houden. De verlossing bestaat erin die vicieuze
cirkel te doorbreken door de geest naar binnen en naar boven te richten, door een opstijging
van het bewustzijn naar het Oneindige en Eeuwige, en een transformerend
neerdalen van het Oneindige in het eindige. Dat is yoga.
De mens moet zich op de eerste plaats bewust worden van de vele vormen van onwetendheid
waarin hij leeft. Dit kan in sommige gevallen een geleerde of bespiegelende onwetendheid
zijn, vervuld van een zelfvoldane hoogmoed en eigendunk, maar het is niettemin onwetendheid, die volgens Sri Aurobindo
zevenvoudig van natuur is en die het bewustzijn van de mens totaal in zichzelf besloten
houdt.
"We zijn onwetend van de Absolute die de bron is van alles wat bestaat en ontstaat;
we houden losstaande feiten van het bestaande en tijdelijke relaties
van wat ontstaat voor de hele waarheid van het bestaan. Dit is de eerste, de fundamentele
onwetendheid. We zijn onwetend van het ruimteloze, tijdloze, onbeweeglijke
en onveranderlijke Zelf; we houden de voortdurende beweeglijkheid
en verandering van wat in de kosmos in Tijd en Ruimte ontstaat voor de hele waarheid
van het bestaan. Dit is de tweede, de kosmische onwetendheid. We zijn onwetend van ons
universele zelf, het kosmische bestaan, het kosmische bewustzijn, ons oneindig
één-zijn met alles wat bestaat en ontstaat; we houden onze beperkte, op het ego gerichte
verstandelijkheid, levenskracht en lichamelijkheid voor ons ware zelf en beschouwen
alles wat ervan verschilt als niet-zelf. Dit is de derde onwetendheid, die van het ego. We zijn onwetend
van ons eeuwig groeien in de Tijd; we houden dit kleine in Tijd en Ruimte beperkte leven voor
ons begin, ons midden en ons einde. Dit is de vierde, de onwetendheid betreffende
de tijd. Zelfs binnen dit kortstondige groeien van ons in de Tijd zijn we onwetend van ons ruime
en complexe wezen, van datgene in ons dat bovenbewust, onderbewust, tussenbewust,
alomvattend-bewust is voor wie we aan onze oppervlakte geworden zijn; we houden die oppervlaktepersoon
met zijn kleine selectie van duidelijk gementaliseerde ervaringen
voor ons hele bestaan. Dit is de vijfde, de psychologische onwetendheid.
We zijn onwetend van de ware grondslagen van wat we bezig zijn te worden; we houden het mentale,
het vitale of het lichaam, twee daarvan of alle drie, voor ons ware beginsel of voor alles wat we werkelijk
zijn, terwijl we uit het oog verliezen wat hen samenstelt en door zijn occulte aanwezigheid
bepaalt, en wat bestemd is om door zijn eventueel optreden hun werkingen oppermachtig
te beïnvloeden. Dit is de zesde, de constitutionele onwetendheid.
Als gevolg van al deze onwetendheden missen we de ware kennis, leiding en
vreugde van ons leven in de wereld: we zijn onwetend in onze gedachten, wil, aandoeningen
en handelingen, reageren op ieder punt verkeerd of onvolmaakt op de vragen
van de wereld, blijven ronddraaien in een doolhof van dwalingen en begeerten, inspanningen
en mislukkingen, verdriet en vreugde, zonde en misstappen; we volgen de bochtige
weg en tasten blindelings naar een steeds wisselend doel. Dit is de zevende, de praktische
onwetendheid."2
Deze kolossale en menigvoudige onwetendheid is toe te schrijven aan
de vervreemding van het menselijk bewustzijn van het oneindige en universele
bewustzijn; ze kan slechts ongedaan gemaakt worden door de scheiding op te heffen.
En yoga is het enige middel, het enige effectieve spirituele dynamisme
dat de scheiding volledig teniet kan doen. Hier betekent yoga niet de vereniging, die het doel is, maar het proces of de methode
waardoor de vereniging wordt bereikt. Dit is de tweede betekenis van het woord.
De morele regels en zelfkastijdingen, metafysische bespiegelingen
en overwegingen, zelfs religieuze cultussen en geloofsbelijdenissen
hebben niets met yoga te maken; ze bewegen zich immers binnen de grenzen van het mentale
bewustzijn. Yoga is echter een beweging van het menselijk bewustzijn waardoor
we door boven onszelf uit te stijgen in contact kunnen komen met het Oneindige; ze is een regelrechte
sprong of roekeloze duik in het Eeuwige. Zelfs haar uitgangspunt wordt gekenmerkt door
een verlangen naar een dergelijke sprong of duik; haar drijfveer is een honger naar
de Absolute. Zolang er in het verstand een zelfvoldaanheid bestaat over zijn gedachten,
ideeën en principes en een tevreden vertrouwen in de wil om ze in praktijk te brengen,
kan er van enige aspiratie naar yoga geen sprake zijn; ons hele spirituele en religieuze
leven zal dan alleen maar bestaan uit morele inspanningen of ceremoniële
gebruiken met als doel enkele oppervlakte-elementen van onze natuur te zuiveren en
te louteren. Yoga - elke ware yoga, welke haar naam ook moge zijn - is revolutionaire spiritualiteit;
het is een uitbreken uit de gevangenis van ons verstand, de draaikolk van de levenskracht, of de starheid
van het fysieke bestel en een hartstochtelijk omhoogwieken naar de hoogten en wijdten van de Geest. Mystiek
is haar ziel en een bovenrationeel elan van het innerlijke wezen haar onweerstaanbare drijfkracht. Het is een
van de meest gedurfde avonturen van het menselijk bewustzijn, vol gevaren en moeilijkheden, blootgesteld aan misleiding
door valse schijn en aan het gevaar te stranden of schipbreuk te lijden op de zandbanken van egoïstische genoegens.
En toch is het een avontuur waarin ieder menselijk wezen zich in dit of in een ander leven zal moeten storten,
omdat het de enige weg is naar de onontkoombare zelftranscendentie en naar de goddelijke vervulling, die zijn bestemming
is. Welke gevaren trotseert hij al niet, welke risico's loopt hij niet manhaftig in de avonturen van zijn
materiële bestaan! Hoeveel levens zijn er niet opgeofferd in de expedities en ontdekkingstochten die eeuw
na eeuw werden ondernomen! Mislukking op mislukking werden aanvaard op de weg naar het begeerde doel, schrikwekkende
bedreigingen en beproevingen, zware ontberingen en moeilijkheden werden resoluut getrotseerd,
en toch heeft de drang van de mens naar avontuur zich niet laten verslaan of ontmoedigen. Ze heeft lijden en martelaarschap
omhelsd in dienst van de wetenschap en de algehele vooruitgang van zijn intellectuele en materiële doelstellingen.
Als dat de prijs is die bereidwillig werd betaald voor het bereiken van voorbijgaande aardse successen,
is het dan te verwonderen dat de elite van de mensheid, zij die spiritueel ontwikkeld zijn, in alle eeuwen
en windstreken alles op het spel hebben gezet voor de ontdekking van de waarheid van hun bestaan en de onverwoestbare
essentie van hun wezen? Is het zo verwonderlijk dat zij zich hebben ingespannen, gestreden en
geleden om zich van het Oneindige en Eeuwige bewust te worden zonder zichzelf enig uitstel of verpozing
te gunnen? Is het te verwonderen dat zij, met het gevoel te verstikken in de duistere spelonk van het verstand en
gekweld door de niet aflatende prikkel van de begeerten, hunkerden naar een glimp van het Licht en de adem van de innerlijke
vrijheid? "...Als de Godheid ook maar iets te betekenen heeft, is het dan niet enige moeite, tijd en werk waard
om Hem te volgen? Moeten we dan vasthouden aan onze eis om Hem te bezitten zonder de minste inspanning of moeite, zonder
het minste offer en lijden? Het is bepaald onredelijk een dergelijke eis te stellen."3
Maar er zijn yoga's en yoga's. Er zijn onechte en echte yoga's. Er zijn eenzijdige en beperkte yoga's, naast veelomvattende en integrale.
Iets dat echt is, is niet noodzakelijk verdacht omdat het vervalst kan worden. Welke tak van wetenschap, welk
voorwerp van menselijk onderzoek wordt niet door bedrog gevolgd en door oplichters gezocht om te worden
nagemaakt? De zoeker van de Waarheid kan, als hij er een innerlijk besef van heeft en geloof in haar bestaan, nooit worden
afgeschrikt of ontmoedigd door vervalsingen en oplichterpraktijken: hij gaat recht op zijn doel af, welke afleidingen
en moeilijkheden hij op zijn weg ook tegenkomt. Bedrog is er alleen om de zwakken in het geloof op
een dwaalspoor te brengen; het wekt twijfel en schroom in hen op, benevelt hun verstand en brengt het
in verwarring, en het verslapt hun wil om iets tot stand te brengen. Maar zij die in het geloof sterk zijn weten dat van elk
authentiek iets een overeenkomstige vervalsing bestaat, waarvan het de functie is de waarde van haar tegendeel te
bewijzen. Bovendien worden allerlei ongewone handelingen en praktijken op één hoop gegooid onder de algemene term yoga.
Van zwarte kunst tot levitatie, van het slikken van bijtende zuren tot het lopen over vuur - elke buitengewone demonstratie
van occulte en magische krachten wordt gebruikt om het verstand te imponeren en zijn kijk op spirituele waarden
te vertroebelen. Zoals ik boven al heb gezegd is yoga een contact of vereniging met het Oneindige en Eeuwige
en niet met louter buitenstoffelijke wezens en krachten. Ze is een directe uiting van het bewustzijn en wezen van
de mens om door een reeks zelfzuiveringen en zelfverruimingen tot de Waarheid van het bestaan en zijn onvoorwaardelijke
vrede en vreugde te komen. Ze is een overstijging van het ego, een overwinning op de begeerten en een
bevrijding uit de greep van blinde hartstochten. Op haar best is ze een volledige en onherroepelijke omkering
van het bewustzijn, een verwerven van de onsterfelijkheid van de Geest en een afleggen van het gewone, gehavende
masker van het menszijn. Yoga is het enige middel waardoor de mens goddelijk kan worden en zijn leven vol inspanningen
en zorgen een trilling en lofzang van licht.
Er zijn echter verschillende soorten van authentieke yoga's, ieder met hun eigen methode en resultaat.
Hoewel ze alle het Oneindige en Eeuwige tot doel hebben, zijn het uitgangspunt, de benadering en
het contact bij ieder verschillend. De meeste gebruiken één deel van het menselijk wezen als hefboom en
leiden het bewustzijn via deze naar het Oneindige. Enkele bestrijken een groter veld en hebben een ruimere benadering
en werken aan de hand van de complexe elementen van de menselijke natuur, waar ze menige knoop ontwarren, menige
kronkel verwijderen en iets van de glans van het Oneindige op aarde tot uitdrukking brengen. Ik stel
me voor in het volgende hoofdstuk dit onderwerp van de verschillende soorten yoga's te behandelen.
Hier zal ik me beperken tot een beschouwing van de onvermijdelijke - en ik zou ook kunnen zeggen dwingende
- noodzaak van de yoga voor een radicale verandering van het menselijk bewustzijn, zonder welk de huidige menselijke
cultuur en beschaving, die gebukt gaan onder de materiële zorgen en verblind worden door dierlijke hartstochten,
zichzelf in het verval zullen storten en weldra zullen ophouden te bestaan. In zijn evolutie heeft de mens een stadium
bereikt waarin zijn natuur erin moet toestemmen veranderd te worden in de Hogere Natuur ofwel zal afglijden naar
de ondergang.
Als we met een zoekend en onpartijdig oog een blik werpen in het hart van de universele werkingen
van de Natuur in de materiële wereld, beseffen we dat het hele leven een yoga is: een zich langzaam, spiraalsgewijs moeizaam ontwikkelende, gigantische
yoga van de Natuur met als doel een progressieve weergave en openbaring van het goddelijke Beeld in haar eigen uitdrukkingsvormen.
Van de oeruitbarsting van energie die de ruimte bestrooit met zonnen en sterren, en de ineens verschijnende levensvonk
die de aarde doet glimlachen met het frisse groen en het zich bewegende wonder en de verscheidenheid der schepping
van de dieren met hun zich steeds uitbreidende gamma van gevoelens, uitdrukkingsvermogens en organen, tot de fenomenale
uitgroei van het verstand, de verbeelding en de intuïtie in de mens, zijn sierlijk symmetrisch lichaam, zijn
hart rijk aan gevoelens en emoties, zijn onverschrokken en avontuurlijke geest, zijn vermogens van vooruitziendheid
en vindingrijkheid, en boven alles zijn aanvoelen van de Godheid in hemzelf en zijn niet aflatende, hoewel
slechts vaag gevoelde en zeer onvolmaakt gerealiseerde aspiratie naar oneindigheid en onsterfelijkheid,
zuiverheid en vrijheid en gelukzalige harmonie - dat is allemaal niets anders dan een geweldige inspanning,
een doelgericht streven, een lange en uitputtende yoga van de Natuur voor de onversluierde manifestatie
van de Ene die ze in zichzelf verborgen houdt, en voor een bewuste, voortdurende en dynamische vereniging
met Hem in haar aardse spel. De Natuur is niet onbewust en blind, en haar universele inspanningen geen roekeloze gok
van willekeur en toeval, geen doelloos verbruik van energie - zij is zwanger van God.
"Maar wat de Natuur zich voor de massa ten doel stelt langs de weg van een langzame evolutie, dat brengt de yoga
voor de enkeling tot stand door een snelle revolutie.
Ze werkt door al haar energieën op te drijven, door al haar vermogens te veredelen. Terwijl ze het spirituele leven
slechts met moeite ontwikkelt en steeds weer van het bereikte niveau moet terugvallen om haar lagere verwezenlijkingen
uit te werken, kan de gesublimeerde kracht, de geconcentreerde methode van de yoga rechtstreeks de volmaaktheid van het
mentale bewustzijn bereiken en zelfs, als ze dat wil, de volmaaktheid van het lichaam. De natuur zoekt het Goddelijke
in haar eigen symbolen; yoga gaat boven de Natuur uit tot de Heer van de Natuur, boven het universum tot de Transcendente,
en ze kan dan met het fiat van de Almachtige terugkeren met het transcendente licht en de transcendente kracht."4
Yoga kan tegelijkertijd de weg en het uiteindelijke doel van de evoluerende Natuur genoemd worden. Maar
in de onwetendheid waar de Natuur doorheen moet om de volmaakte yoga of vereniging met de Godheid in de oneindigheid
van Zijn Kennis te bereiken, vergeet ze in haar schepselen, hoewel niet in de stille diepten van haar wezen, de voornaamste
en alles bepalende waarheid van haar bestaan en evolutie in de materiële wereld: dat het zich ontwikkelende
ego als een sluier is tussen die wereld en haar Heer. In de mens bouwt het ego een dikke muur op tussen het individuele en het universele, met als resultaat dat het individu zichzelf
slechts ziet als een eindig, sterfelijk wezen dat verwikkeld is in een ongelijke strijd met de geweldige, onvoorspelbare
krachten die het vanuit vele onzichtbare bronnen bestormen. Maar - en dit mag paradoxaal lijken - hetzelfde
ego dat de nadruk legt op verdeling en tweedracht besluit, nadat zijn ontwikkeling voltooid is, de muur af te breken,
en zoekt door zijn gewilde zelfvernietiging de groei en vervulling van de ware spirituele persoonlijkheid.
De Natuur begint dan in het individu te hunkeren naar een bewuste en constante yoga met haar eeuwige Heer en
Minnaar. Wat een langzame en onbewuste yoga was die met veel terugvallen en omwegen op verborgen wijze werd beoefend,
wordt nu een snel werkende bundeling van geconcentreerde krachten die erop uit trekt om de Werkelijkheid te
veroveren. De bewuste samenwerking van de ontwaakte en aspirerende individuele wil met de goddelijke Wil versnelt
de loop van de evolutie en balt het werk van vele eeuwen samen in één enkel leven en zelfs in enkele compacte maar
rijk gevulde jaren. Dit is het onschatbare voordeel van de yoga, nl. dat ze een versnellende en revolutionaire
kracht is die door hogere spirituele krachten ondersteund, versterkt en opgevoerd wordt om haar bekronend resultaat te
bereiken. Yoga maakt zich los van het trage proces van de Natuur, en door alle energieën van het individuele wezen op te voeren
en zijn centrale wil aan te vuren, voert ze het mee naar de onvermijdelijke vervulling van zijn leven: de vrijheid
en onsterfelijkheid van het Eeuwige en Oneindige.
De tijden zijn vol van de belofte
van een algemene verbreiding van de yoga onder de mensen. Enerzijds is ontaarding ver doorgedrongen in
de menselijke natuur; de nobele idealen, de hogere spirituele waarden van het menselijk leven hebben zich op
de achtergrond teruggetrokken, waardoor ze de dierlijke lusten vrij spel geven om zich aan de oppervlakte
uit te leven. Anderzijds is er een zoeken, een aspiratie, in de stormachtige duisternis nog maar
nauwelijks duidelijk merkbaar, zwak en flikkerend in de stormachtige duisternis, maar aanhoudend en gestaag,
naar een totale herziening, een radicale verandering van het doel en de inspanningen van het leven.
Daarom is er een beslissend conflict aan de gang tussen twee tegengestelde mogelijkheden. Religie,
ethiek, de sociale en politieke geloofsbelijdenissen, literatuur en kunst, de natuurwetenschap en haar
materialistische ideologieën hebben alle gefaald om de algehele achteruitgang en het verval
tot staan te brengen; de mens wordt snel van zijn menselijkheid beroofd. En toch is ontegenzeglijk de goddelijkheid
diep in hem aan het ontwaken en dringen de eerste lichtstralen door in zijn duisternis. Zal uit deze kille en dorre
winter niet eenmaal een hemelse lente opbloeien? Welke alchemie, welke kracht van God kan dit wonder te voorschijn toveren?
Er is slechts één alchemie, één onweerstaanbare kracht - en dat is yoga. Als de ondergang van het menselijk ras
moet worden afgewend is de opgang naar een hoger bewustzijn en een goddelijke bekering en metamorfose
van het hele menselijke wezen door de kracht van de Godheid het enige middel. Een uitzichtloze en alles doordringende degeneratie
roept om een radicale en revolutionaire bevrijding - en dat kan alleen yoga zijn.
"Elke yoga is van nature een nieuwe geboorte; ze is
een geboorte uit het gewone, gementaliseerde, materiële leven van de mens tot een hoger spiritueel bewustzijn
en een groter en goddelijker bestaanswijze. Geen enkele yoga kan met succes begonnen en gevolgd worden
als we niet sterk van de noodzaak van dat grotere spirituele bestaan bewust zijn... En omdat yoga in wezen betekent een
zich afwenden van het gewone materiële en dierlijke leven zoals dit door de meeste mensen wordt geleid, of van een meer
verstandelijke maar nog steeds beperkte manier van leven zoals die door enkelen wordt gevolgd, naar de
goddelijke weg, is elk deel van onze energie dat wordt besteed aan het lagere bestaan in de geest van dat bestaan tegenstrijdig
met ons doel en onze toewijding aan dat doel. Daarentegen betekent elke energie of activiteit die we van haar gehechtheid
aan het lagere kunnen bekeren en aan de dienst van het hogere toewijden een grote winst op onze weg en een
even groot verlies voor de krachten die zich tegen onze vooruitgang verzetten. Het is de moeilijkheid van deze totale
omkering die de bron is van alle misstappen op de weg van de yoga. Want heel onze natuur en haar omgeving, heel ons persoonlijke
en universele zelf zijn vol gewoonten en invloeden die zich tegen onze spirituele wedergeboorte verzetten en de
oprechtheid van onze inspanning tegenwerken. In zekere zin zijn we niets anders dan een complexe massa mentale,
vitale en fysieke gewoonten die door een paar leidende ideeën, verlangens en associaties bij elkaar worden gehouden
- een amalgaam van zichzelf steeds herhalende kleine krachten met een paar overheersende vibraties. Wat we
ons in onze yoga ten doel stellen is niets minder dan een breuk met de hele formatie van ons verleden en heden, die de gewone
materiële en mentale mens vormt, en de schepping in onszelf van een nieuwe gecentreerde visie en een nieuw geheel
van activiteiten, waardoor een goddelijke mensheid of een suprahumane natuur zal ontstaan."5
Dit
dan is de aard van de yoga waarvan de algemene verbreiding onder de mensen de volgende evolutionaire sprong
lijkt te zullen zijn; want evolutie verloopt cyclisch en niet rechtlijnig, en het oprijzen van een nieuwe dageraad
uit de duisternis van een voorbije nacht is niet iets onzinnigs, maar de onontkoombare wet van de Natuur. Een materialistische
mensheid, verdord en verwrongen door ongeloof en begraven onder het afval van haar vergankelijke verworvenheden,
zal opstaan en zich tenslotte richten op de beoefening van de yoga, teneinde haar goddelijk erfdeel te
herontdekken en haar leven op aarde opnieuw te funderen op de dynamische eenheid en harmonie van de allesdoordringende
Geest.
|