Yoga - De weg naar Vervolmaking

Bhagavad Gita
Home | Advaita Yoga | Nieuw | Bhagavad Gita | Over ons | Kontakt | Activiteiten | Agenda | Foto Gallery | Hatha Yoga | Raja Yoga | Integrale Yoga | Sivananda Yoga

Bhagavad Gita

 

Bhagavad Gita.

Het Lied van de Alvervulde.

Introductie.

De Bhagavad Gita, ofwel het lied (gita) van de Alvervulde (bhagavad, of God), is een van de bekendste en meest vertaalde heilige schriften ter wereld. Deze oude Sanskriettekst wordt ook wel het evangelie van India genoemd. Het is de meest geliefde wijsheidstekst van veel Indiers en een groeiend aantal westerlingen. Hoewel de Bhagavad Gita met slechts 700 versen een relatief klein boek te noemen valt, is het onderricht van een ongekende diepte en universaliteit. Sinds de eerste vertalingen aan het begin van de 19e eeuw verschenen, heeft de Gita grote indruk gemaakt en invloed uitgeoefend op het denken van veel eminente Westerse schrijvers en filosofen, waaronder Mark Twain, Ralph Wando Emerson, Henry David Thourough, Arthur Schopenhauer, Johan Wolfgang von Goethe, Albert Einstein en Carl Jung.

De Bhagavad Gita maakt deel uit van het grote epos Mahabharata, een klassiek meesterwerk van honderdduizend Sanskrietverzen, dat verhaalt over de oude geschiedenis van het grote (maha) India (bharata). De traditie neemt ons 5000 jaar mee terug in de tijd, naar het moment, dat op het slagveld van Kuruksetra in het noorden van India een grote oorlog dreigt tussen twee strijdende takken van dezelfde dynastie. De ene groep bestaat uit vijf zonen van koning Pandu ( de Pandava's) en de andere groep uit de honderd zonen van de blinde koning Dhritarastra (de Kaurava's).

De aanleiding van de oorlog ligt in het gegeven, dat de zonen van Pandu recht hebben op de troon, maar dat Dhritarastra listig gebruik maakt van het vroege overlijden van zijn broer Pandu. Hij ziet liever, dat zijn eigen zonen de troon overnemen onder de leiding van zijn eerstgeboren zoon, de laaghartige Duryodhana. Hoewel de Pandava's het recht aan hun zijde hebben, schikken zij aanvankelijk in hun lot en vragen slechts om een klein stukje land om met hun familie op te leven. Nadat zelf dit nederige verzoek hen door de tegenpartij geweigerd wordt, lijkt oorlog onvermijdelijk geworden.

Een van de zonen van Pandu is de heldhaftige prins Arjuna. De Bhagavad Gita begint op het moment, dat beide partijen hun legers in slagformatie brengen en Arjuna aan zijn wagenmenner Krishna vraagt om hun strijdwagen tussen beide legers in te rijden, zodat ze het gehele slagveld goed kunnen overzien. Op dat moment verklaart de zwaarmoedige Arjuna tegenover Krishna, dat hij het nut niet inziet om tegen zijn eigen familie te vechten. De Pandava's en de honderd zonen van Dhritarastra zijn vroeger namelijk opgegroeid aan hetzelfde hof en hebben van dezelfde krijgsleraren hun training gekregen, zoals Bhisma en Drona, waartegen de Pandava's nu zullen moeten vechten. Nadat Arjuna zijn beklag heeft gedaan bij Krishna, begint Krishna met het spreken, of beter gezegd met het zingen van de Bhagavad Gita.

Het is van essentieel belang voor het begrijpen van de Gita om op de hoogte te zijn van het gegeven, dat Krishna geacht wordt niemand minder dan God zelf te zijn, die op aarde is verschenen om het recht te doen zegevieren en het pad van Godsrealisatie te tonen. Hoewel een filosofische uiteenzetting over het hoe en het waarom van Krishna's God-zijn hiet te ver voert, is het principe, dat God  bij tijd en wijlen op aarde verschijnt, kenmerkend voor de Indiase spiritualiteit. De Bhagavad Gita is dan ook een zuiver monotheistisch werk. De meest hedendaagse vertalingen en interpretaties van de Gita zien in Krishna evenwel niet meer dan een boodschapper van goddelijke waarheid. Maar een juiste lezing van het oorspronkelijke Sanskriet leent zich niet voor deze interpretatie. Het koninklijke geheim van de Gita ontsluiert zich als men het boek leest met de openheid van hart, dat God zelf de verlossende wijsheid uitspreekt. Hoewel dit op het eerste gezicht een dogmatische beperking lijkt te vormen -- zeker in een tijd, waarin de opvatting van een persoonlijke God achterhaald lijkt te zijn -- is in feite de sleutel tot de diepste wijsheid, die de Gita herbergt.

Dat de wijsheid van de Gita zich tegen het decor van een slagveld openbaart komt op het eerste gezicht tegenstrijdig over. In de loop van het heilige boek wordt echter duidelijk, dat het vechten van een rechtvaardige strijd niet in strijd is met de morele en religieuze beginselen. En dat het om een rechtvaardige strijd gaat is in dit geval overduidelijk. Anders dan dat kan de strijd ook metaforisch opgevat worden als het slagveld van het leven. De twijfel, die Arjuna heeft, staat daarbij model voor de twijfel, die velen van ons overvalt op momenten dat er dat er moeilijke keuzes gemaakt moeten worden, die grote gevolgen kunnen hebben voor ons toekomstig welzijn. De verlossende wijsheid, die Krishna vervolgens aan Arjuna openbaart, vormt een onmisbaar kompas voor iedereen, die op zoek is naar een leven in eeuwige vrijheid en vreugde. Mahatma Ghandi, die geweldloosheid tot zijn belangrijkste levensprincipe had verheven, putte iedere dag hernieuwde moed en inspiratie uit de verzen van de Bhagavad Gita. De vertaling van deze uitgave van de Bhagavad Gita volgt in hoofdlijnen de engelse vertaling van Swami B. R. Sridhar, een van de grootste theische denkers en heiligen van de 20ste eeuw. Swami Shridar plaatst zich vierkant in de theistische Vaishnava traditie, welke in Krishna de meest oorspronkelijke gedaante van Gods persoonsaspect ziet. Wie zijn we? Waar komen we vandaan? Waar gaan we naartoe? Wat is onze taak? Op al deze belangrijke vragen wordt helder antwoord gegeven. Als zodanig is de Bhagavad Gita het handboek voor yoga bij uitstek. Alle paden, die de mens kan bewandelen om zich met God te verbinden, passeren de revue. De drie belangrijkste daarvan zijn karma-yoga, de verbindigsweg van het handelen; jnana-yoga, de verbindingsweg van kennis en inzicht,; en bhakti-yoga, de verbindingsweg van de liefdevolle toewijding. De Gita noemt bhakti het meest verheven yogapad.

Tot slot wijzen wij er op, dat in het eerste hoofdstuk van de Gita veel vreemde namen voorkomen, die in de verdere hoofdstukken niet terugkeren. Vanaf hoofdstuk twee volgt de Gita de dialoog tussen Krishna en Arjuna (spreek uit Ardjoena) en we verzoeken de lezer niet ontmoedigd te raken door het lezen van het eerste hoofdstuk -- dit kan eventueel overgeslagen worden. Wel is het zo, dat Krishna en Arjuna in het verloop van de Gita met verschillende namen aangeduid worden, maar dat valt duidelijk uit de context op te maken.

Rest ons nog te zeggen, dat een lezing van de Bhagavad Gita zonder nadere uitleg moeilijk te begrijpen zal zijn, zeker als het hun eerste kennismakeing met de Indiase spiritualiteit is. Mensen, die zich verder willen verdiepen in de Gita, kunnen stichting Gokul (zie bijlage) benaderen voor informatie omtrent lezingen, die de stichting verzorgt. We hopen, dat de onderhavige uitgave van deze verlossende wijsheidstekst zal slagen in haar doel om mensen te inspireren de weg naar innerlijke vrede, harmonie en Goddelijke liefde met enthousiasme te bewandelen.

We willen deze korte introductie besluiten met een passage uit de inleiding van de Engelse Gita uitgave van Swami Sridhar.

Men kent de Bhagavad Gta als een uitmuntende verhandeling over de wetenschap van religie. De taal van de Gita is simpel en aangenaam. Haar sfeer is ernstig, diep en wezenlijk. Haar denken is bondig, helder en onpartijdig. Haar logica is gezond en vanzelfsprekend. De uiteenzetting en presentatie van de Gita zijn ongekend en van een ultieme bekoring. De Gita helpt de luiaard overeind, geeft de lafaard moed, schenkt de vertwijfelde hoop en verkwikt de stervende.

In haar kennisanalyse van de relatie met God openbaart de Gita, dat de diepste kern van Waarheid een Bovenzinnelijke Albewuste Persoon is. In haar analyse van het hoogste doel noemt ze als volmaakte verworvenheid de inspiratie van zuivere liefde tot God. En in haar analyse van de methode om het gewenste doel te bereiken, beschrijft de Gita als eerste fase het opdragen van al ons handelen aan de Heer; als volgende het ontwikkelen van zelfkennis, die toeneemt met het toenemen van de Godsrealisatie; en tenslotte het prijsgeven van alle andere ondernemingen ten gunste van volkomen overgave aan de liefdevolle toewijding tot Krishna, de wondermooie Werkelijkheid.

Bhagavad Gita - Stichting Gokul

E-mail: gokul@planet.nl

Hoofdstuk Een

Hoofdstuk Twee

Hoofdstuk Drie

Hoofdstuk Vier

Hoofdstuk Vijf

Hoofdstuk Zes

Hoofdstuk Zeven

Hoofdstuk Acht

Hoofdstuk Negen

Hoofdstuk Tien

Hoofdstuk Elf

Hoofdstuk Twaalf

Hoofdstuk Dertien

Hoofdstuk Veertien

Hoofdstuk Vijftien

Hoofdstuk Zestien

Hoofdstuk Zeventien

Hoofdstuk Achttien

Bhagavad Gita

Links

Yoga Zoetermeer *Chris Duindam*